Contrastgevoeligheid
Door het waarnemen van contrasten kan men voorwerpen onderscheiden van de achtergrond waarin ze zich bevinden, of kan men voorwerpen met een verschillend niveau van lichtintensiteit toch nog van elkaar onderscheiden.
Door contrastgevoeligheid merkt men ook het verschil op tussen de kleur waarin een tekst is afgedrukt en de achtergrond waarop het is gedrukt.
Voor het goed kunnen zien van details is dus een goede contrastgevoeligheid erg belangrijk.
Twee voorwerpen die slechts minimale contastverschillen vertonen zijn vaak moeilijk van elkaar te onderscheiden.
Zeker wanneer de omgeving daarenboven ook nog eens onvoldoende verlicht is, want een lagere lichtintensiteit doet de contrastperceptie afnemen.
Dagelijks worden we tientallen keren geconfronteerd met contrastgevoeligheid:
een slecht verlichte trap waarbij we de verschillende treden van elkaar moeten onderscheiden, een bril die op tafel ligt, een wit kopje op een witte keukentafel,…
Bij een verminderde contrastgevoeligheid wordt het bijvoorbeeld moeilijker om de krant te lezen, terwijl het lezen van een mooi vet-zwart afgedrukte tekst op een helder wit papier wel nog lukt. Voor iemand met een verminderde contrastgevoeligheid is het moeilijk om een voorwerp terug te vinden op een felbedrukt tafellaken, of om te zien hoeveel melk er nu nog in het witte melkkannetje zit.
Bij een slecht contrastzicht kunnen speciale filterglazen vaak zorgen voor een verbeterde contrastwaarneming.
Ook een goede verlichting verbetert de contrastperceptie.
Het aanpassen van de omgeving kan vaak helpen om het verlies aan contrastzicht te compenseren en zo comfortabeler en veiliger dagelijkse handelingen te kunnen uitvoeren (een wit bord wordt op een rood placematje veel beter waargenomen dan op een wit tafellaken, een glas met een gekleurd randje of met bedrukking valt beter op dan een doorschijnend glas zonder enig contrastverschil).