Gezichtsscherpte
Het visueel functioneren is bij een pasgeborene nog zeer rudimentair. Een speelgoedje fixeren en volgen, het zien van details, zijn functies die zich nog volop moeten ontwikkelen. De ontwikkeling van het zicht, en al wat daar bij komt kijken, ontwikkelt zich vanaf de geboorte tot aan de leeftijd van 8 tot 10 jaar. (deze leeftijdsgrens varieert afhankelijk van de literatuur die je leest). De ontwikkeling bestaat uit 2 perioden:
- tot 4 maanden : kritische periode waarin de basis gelegd wordt tot ‘het zien’
- 4 maanden tot 8 – 10 jaar : plastische periode, zeer belangrijk voor de ontwikkeling van het zicht.
De normale ontwikkeling van het zicht (Bron : Russel D. Hamer,Ph D en www.allaboutvision.com) :
- een pasgeborene reageert vooral reflexmatig en enkel zwart-witcontrasten zijn aantrekkelijk, de accommodatie moet zich ook nog ontwikkelen, scherpstellen op verschillende afstanden is nog niet mogelijk
- 1 maand : monoculaire fixatie is mogelijk
- 2 maanden : begin van de binoculaire fixatie
- 3 maanden : fixeert kleine stilstaande speeltjes
- 4 maanden : goede binoculaire fixatie is mogelijk
- 5 maanden : kan goed één bewegend speelgoedje volgen, ook al zijn er andere in het gezichtsveld aanwezig
- 6 maanden : de binoculaire fixatie is stabiel en scheelzien mag zich niet meer voordoen, de oog-handcoördinatie verbetert zienderogen
- tussen 7 en 12 maanden begint het kind beter scherp te stellen op verschillende afstanden waardoor grijpen nauwkeuriger verloopt. De ontwikkeling van de gezichtsscherpte gaat dan heel snel vooruit
- tegen de leeftijd van 6 jaar behalen de meeste kinderen een gezichtsscherpte van 10/10. Soms vraagt de ontwikkeling van het zicht meer tijd. Rond de leeftijd van 8 à 10 wordt doorgaans de best mogelijke gezichtsscherpte bereikt.
Gezichtsscherpte (visus)
De mate waarin wij details kunnen onderscheiden – het vermogen om twee dicht bijeen liggende punten van elkaar te onderscheiden.
Ontwikkeling normale visus
Het onderscheidingsvermogen is het grootst ter hoogte van de fovea (macula). Ontvangst van een zuiver beeld in deze zone van het netvlies is onontbeerlijk voor een goede visus. Wanneer bij een gezond oog de gezichtsscherpte onvolledig tot ontwikkeling komt op jonge leeftijd, spreken we van een lui oog of amblyopie.
Definitie gezichtsscherpte
De gezichtsscherpte wordt uitgedrukt in de formule
V = d/D
V = visus; d = afstand van de persoon tot de visustest in meter; D = afstand waarop een ‘goed’ (emmetroop of gecorrigeerd) oog het symbool nog juist kan herkennen.
Dit betekent dus dat iemand met een visus van 8/10 op een afstand van 8 meter een symbool kan herkennen, daar waar een volledig emmetroop persoon dit symbool op 10 meter kan herkennen.
Testen van de gezichtsscherpte
De gezichtsscherpte wordt bepaald met gestandaardiseerde tests, aangepast aan de leeftijd en het intellectuele vermogen van de patiënt.
![]() |
Het meten van de gezichtsscherpte is vaak al mogelijk vanaf de leeftijd van 2 à 2 ½ jaar. |
![]() |
Vanaf de leeftijd van ongeveer 3 jaar wordt vaak de LogMAR crowded-test gebruikt, zoals ook bij de screening door het CLB (Centrum voor Leerlingenbegeleiding). |
Sommige testen meten de angulaire visus (één symbool/letter/cijfer apart), andere visustesten meten de lineaire visus (verschillende symbolen/letters/cijfers op een lijn). De lineaire visustest is moeilijker aangezien er verschillende objecten tegelijkertijd worden gepresenteerd. De visus bij kinderen mag pas als normaal beschouwd worden als met de symbolen op lijn een normale waarde bereikt wordt met elk oog afzonderlijk. Ook bij kleinere kinderen kan de gezichtsscherpte gemeten worden, doch met minder precieze en dus minder gevoelige methoden. De oogarts en de orthoptist beschikken over een scala aan mogelijkheden om de visuele ontwikkeling in te schatten en om na te gaan of er zogenaamde ‘amblyogene factoren’ aanwezig zijn : dit zijn tekenen die erop wijzen dat het kindje een verhoogd risico loopt op het ontwikkelen van een lui oog.
Oorzaken lui oog
- scheelzien: de visus van het niet-fixerende (schele) oog ontwikkelt zich onvolledig
- refractie-afwijkingen: de visus van het oog met de meest afwijkende refractie ontwikkelt zich vaak minder goed
- anatomische problemen die een normale ontwikkeling van de visus verhinderen zoals bijvoorbeeld:
- aangeboren cataract
- netvliesafwijkingen
- …
Het spreekt vanzelf dat een vroege opsporing van een lui oog de kans op verbetering of herstel van de gezichtsscherpte zal verhogen. Kind & Gezin is bezig met het opzetten van een screeningsproject bij kinderen tussen 12 en 24 maanden om deze ‘amblyogene factoren’ op te sporen.
Bij elke visusdaling aan één of beide ogen, is een grondig oogonderzoek nodig.